TIPS

Indien je een luchtdichte gebouw wil bouwen is het uitermate belangrijk om vanaf het ontwerp aandacht te besteden aan luchtdichtheid. Zeker bij het bouwen van een passiefwoning is luchtdichtheid een belangrijk onderdeel can het concept. Indien er tijdens de bouwproces een gebrek aan aandacht of detaillering was bij het plaatsen van de luchtdichte afwerking kan het zeer moeilijk (of duur) zijn achteraf de luchtdichtheid op het gewenste niveau te brengen.

Om de luchtdichtheid te verbeteren zijn er een aantal zaken die je kan ondernemen. Deze tips zijn geen allesomvattende handleiding tot Luchtdichtheid, maar ze zetten je alvast op weg voor een beter resultaat bij de blowerdoortest.

Ook wanneer je geen luchtdichtheidstest uitvoert, of bij een reeds bestaande woning, kunnen onderstaande tips van pas komen.

Heb je bijvoorbeeld regelmatig last van een tocht in de woning, overloop dan zeker deze tips. Mogelijks kan u hiermee het probleem oplossen.

Indien bij een hellend dak geopteerd wordt voor het isoleren van het dak zelf, zoals dat meestal gebeurt, is de zolder mee opgenomen in het beschermd volume, en wordt deze mee onderworpen aan de blowerdoortest. Heel vaak merken we dat de afwerking van deze zolders toch wel te wensen overlaat. Zwakke punten hierbij zijn dan vaak:

  • Slechte afdichting van het dampscherm of overlappen van flensdekens: in beide richtingen (horizontaal en verticaal) afwerken met luchtdichte tape
  • Slecht afgewerkte dakdoorvoeren (bvb ventilatie, beluchting,…)
  • Slecht afgewerkte plaatsing van dakvensters
  • Eventuele scheuren of gaten in dampscherm niet afgeplakt

De plaatsing van ramen gebeurt tegenwoordig meestal met een redelijk luchtdichte afwerking. Indien er niet speciaal op gelet werd via plaatsing in multiplex kaders of gebruik van luchtdichte tape (bvb ProClima), kan er echter vaak nog aan luchtdichtheid gewonnen worden door het afkitten van de aanwezige naden rond de ramen (aanzet tussen raam en muur, vloer,…). Wanneer inbouwrolluiken geplaatst werden levert wat extra aandacht aan de bekasting zeker winst op.

Voor wie tot het uiterste wil gaan volstaat een standaard voordeur meestal niet. Om tot een goed resultaat te komen op het gebied van luchtdichtheid waarmee je je E-peil enkele punten naar beneden kan helpen, kan je echter op de meeste buitendeuren wel vertrouwen.

Binnenshuis worden de deuren binnen het beschermd volume volledig opengezet. Dit betekent dat de deuren zelf geen invloed hebben op het resultaat (meer nog: de meeste deuren zullen een spleet van ca. 1 cm nodig hebben om voldoende ventilatie in de ruimte toe te laten). De deuren naar de toiletten mogen echter gesloten blijven tijdens de test, evenals deuren naar gedeeltes van de woning die niet in het beschermd volume zitten.

Doorgaans wordt een kelder niet opgenomen in het beschermd volume, en blijft de kelderdeur gesloten. Het valt dan ook aan te bevelen ervoor te zorgen dat deze deur zo goed mogelijk afsluit: een goed passende deur, eventueel afgewerkt met extra anti-tochtmaatregelen.

Doorvoeren doorheen de buitenmuur voor bijvoorbeeld buitenverlichting of elektrische zonnewerking worden best afgekit. Ook inbouwschakelaars en -stopcontacten kunnen voor luchtlekken zorgen wanneer ze met de spouw in verbinding staan (holle blokken). Zeker bij houtskeletbouw dient ook hieraan aandacht besteed. Het gebruik van luchtdichte inbouwdozen voor holle wanden kan hierbij ook helpen. Deze inbouwdozen zijn in alle doe-het-zelf-winkels te verkrijgen.

Zoals eerder vermeld, is een goede planning erg belangrijk wanneer een perfecte luchtdichtheid van de woning wordt nagestreefd. Het werken met valse plafonds heeft zeker grote voordelen naar plaatsing van technieken als ventilatie, maar kan ook zorgen voor bijkomende luchtlekken die erg moeilijk op te lossen zijn.

Vóór de plaatsing van de valse plafonds dienen namelijk alle bezettingswerken op de muren te zijn beëindigd en moet het pleisterwerk zijn afgewerkt tot aan de echte draagstructuur van het bovenliggende verdiep of dak. Wordt daarentegen eerst het valse plafond geplaatst, vooraleer de finale pleisterwerken starten, dan is de zone boven het valse plafond niet voorzien van een luchtdichte afwerking en zal een relatief groot luchtverlies ontstaan langsheen de openingen in het valse plafond (bv voor inbouwspots).

Het plaatsen van plinten zorgt voor een betere afwerking van de woning. Omdat het pleisterwerk doorgaans tot op enkele centimeters van de vloerpas wordt aangebracht (om opstijgend vocht tegen te gaan) is deze onderste zone vaak niet voorzien van een luchtdichte afsluiting. Door de plinten op een goede manier te bevestigen, kan een luchtdichte afwerking bekomen worden.

  • Voor stenen plinten gebeurt dit door een ononderbroken laag mortel te gebruiken voor het vastkleven van de plinten. Het bijkomend opvoegen zorgt voor de finishing touch. Bijzondere aandacht moet hierbij gaan naar de afwerking in de hoeken.
  • Bij het gebruik van houten plinten (bv bij parket of laminaat) is de afwerking heel wat moeilijker. Een betere luchtdichtheid kan bekomen worden door een dubbele lijmlaag aan te brengen, zowel boven-  als onderaan de plint, zodat deze met een ononderbroken lijmlaag vast zit aan de muurpleister en de vloerbekleding.

Het opvullen van een lege spouw in een spouwmuur kan bij een bestaande woning een goede impact op de luchtdichtheid. Het vullen van de spouw zorgt er voor dat de lucht zich minder makkelijk kan verplaatsen door de opening.